Harry Mulisch
Citaten van: Harry Mulisch
De mooiste citaten en wijsheden van Harry Mulisch. De Nederlandse schrijver debuteerde in 1947 met De kamer. In zijn lange carrière groeide hij uit tot een van de best gewaardeerde schrijvers in het Nederlands taalgebied. Samen met Willem Frederik Hermans en Gerard Reve werd Harry Mulisch tot “De Grote Drie” van de naoorlogse Nederlandse literatuur gerekend. Mulisch won een groot aantal literaire prijzen, waaronder de Prijs der Nederlandse Letteren en de P.C. Hooft-prijs. Zijn verfilmde boek De ontdekking van de hemel werd in 2007 uitgeroepen tot het beste Nederlandstalige boek aller tijden.
Overzicht van boeken van Harry Mulisch
Gerelateerd: Citaten van Gerard Reve
Begrip is meestal een gemelijke vorm van domheid.
Het feit dat ik doodga moet eerst nog bewezen worden.
De studeerkamer van een man moet stampvol dingen staan, of ascetisch leeg zijn, – iets er tussenin is nooit goed.
Geniaal is hij die onbevangen en met een haast kinderlijke blik in de wereld staat.
Als je schrijft moet de inkt warm worden van de hand totdat hij dezelfde temperatuur heeft als het bloed.
In plaats van `toeval` zeg ik liever: het valt mij toe.
Vroeger hingen de moordenaars aan het kruis, nu de kruisen aan de moordenaars.
Het ziet er dus naar uit dat in een ondeelbaar ogenblik een daad meer inzicht verschaft dan een langdurig denkproces.